De intimiteit van slechts enkele spelers die tot in de kleinste finesses kunnen opgaan in geconcentreerd samenspel is een van de aantrekkelijke aspecten van kamermuziek. Luister naar musici uit Phion in Dohnanyi’s Serenade: heerlijk romantisch, spannend, soms modern aandoend met hier en daar een snufje Hongaarse volksmuziek. Minstens even charmant is de Sonatine van Veress, lekker pittig, maar met humor geschreven. Twee lage instrumenten vullen elkaar perfect aan in de Sonate voor fagot en cello van Mozart. Tot slot het Kwintet van Prokofjev. Ooit bedoeld als balletmuziek over een circus kun je je moeiteloos de virtuoze capriolen van de circusartiesten voorstellen.